Geoorde Fuut 1959: 2 paar met elk 4 jongen, ± 19-4 de eerste gezien, aantal wisselde van 3-5 ex. Kennemerduinmeer (echtp. Bloem e.a.); 26-5 2 ex. Laarder Waschmeer (Schippers); 1-7 broedgeval H’sumse Waschmeer (Taapken). Kleine Zilverreiger 5-7: 1 ex. aan de Hondsbosse bij grote plas (Mousees); die dag ook 1 ex. langs Knardijk, O. Flevoland (Wolff).
Additional Metadata | |
---|---|
Het Vogeljaar | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Stichting Het Vogeljaar |
Jaap Taapken. (1959). Veldwaarnemingen XXIX. Het Vogeljaar, 7(4), 174–174. |