Het broedseizoen stond onder de over het algemeen gunstige invloed van het uitzonderlijk fraaie weer. Wel leek het tegen het eind van de zomer, dat de langdurige droogte een ongunstige invloed had op enige vogelsoorten. Dit gold vooral de kievieten, die zich op plaatsen vertoonden, waar zij anders nimmer verschijnen en de indruk maakten, niet voldoende voedsel te kunnen vinden. Opmerkelijk was evenwel, dat op plaatsen waarvan men mocht veronderstellen, dat er nog wel voldoende voedsel voor hen zou zijn, geen concentraties van kievieten ontstonden. We hadden zelfs de indruk, dat zij daar schaarser waren dan normaal. Veel kievieten werden slachtoffer van het verkeer, doordat zij zich op de bermen van verkeerswegen ophielden en bij het opvliegen werden gedood. Hoe groot deze aantallen zijn geweest, is moeilijk te schatten. Of deze sterfte invloed zal hebben op de broedvogelstand is moeilijk te voorspellen. Temeer niet, omdat het geenszins zeker is, dat de slachtoffers tot de Nederlandse broedvogels behoorden. Op een aantal plaatsen in Nederland werd gepoogd de kievieten te helpen, door ijsbanen dras te zetten en sportvelden te bespuiten. Een, wanneer er alleen maar sprake zou zijn geweest van voedselschaarste, ongetwijfeld zeer nuttige maatregel. De resultaten hiervan waren echter, voor zover wij hebben kunnen nagaan, nogal teleurstellend.