De voorjaarstrek van de vogels is in ons land veel minder bestudeerd dan de najaarstrek. Dit heeft natuurlijk zijn oorzaken. De voornaamste is wel dat door de geografische ligging van ons land in het najaar een sterke stuwing optreedt tegen de NNO-ZZW lopende kusten (Noordzee, IJselmeer). In het voorjaar is van stuwing slechts in zeer geringe mate sprake. Spectaculaire massale trek zullen we dus in het voorjaar in ons land niet zo gemakkelijk te zien krijgen. *) Hierdoor is het dus voor de trekwaarnemers in ons land niet zo erg aanlokkelijk om zich op de studie van de voorjaarstrek te werpen. Weliswaar is het elk voorjaar voor iedere vogelliefhebber weer een gebeurtenis om de eerst kieviten boven de weilanden te zien buitelen of de eerste tjiftjaf of fitis te horen zingen. Die eerste data worden trouw genoteerd en dan denken we bij ons zelf: de kieviten zijn er weer, of de fitis heb ik weer gehoord, nu komt gauw de nachtegaal.