Op onze oproep in het Vogeljaar van augustus 1959 en na de mededeling via de radio in het programma „Weer of geen weer” door Bert Garthoff ontvingen wij ruim 80 toezeggingen om aan het koperwiekenonderzoek mee te werken. Wij willen alle deelnemers nogmaals danken voor hun stipte medewerking, die onze telefonische oproep op de avond van de 23ste oktober volledig deed slagen. Wij hopen, dit jaar nogmaals een beroep op allen te mogen doen, want zo’n onderzoek heeft pas waarde als de gegevens van enige jaren met elkaar vergeleken kunnen worden. In de herfst van 1959 is er op geen enkele avond een massale koperwiekentrek gehoord. Omstreeks 4 oktober trokken de eerste koperwieken ’s morgens over en op 7 oktober was er voor het eerst nachttrek geconstateerd, die echter nog zwak was. In de vooravond van 13 oktober was er over de binnenduinrand bij Haarlem een flinke trek. Om te zien, of de koperwieken ook over andere gedeelten van ons land trokken, en bij wijze van proef, hoe ons systeem werkte, hebben wij toen hier en daar in het land enige deelnemers opgebeld met het verzoek. koperwieken te tellen van 21.00 uur tot 21.15 uur, n.l. te Leeuwarden, Assen, Zwolle, Almelo, Hilversum, 't Zand, in de kop van Noordholland, Lisse, Wassenaar, Heesch in N.Br., Zaamslag (Z.V1.) en Haarlem en omgeving. De trek bleek toen zo plaatselijk te zijn, dat het niet de moeite was, een algehele telling te organiseren.