Nu zoveel ornithologen ieder jaar uitzwerven naar ver buiten de eigen landsgrenzen klinken steeds luider stemmen op om een beter gebruik te maken van de waarnemingen die zij doen. Dit kan natuurlijk alleen met volledige medewerking van deze ornithologen, maar dan zal ook een constructieve bijdrage kunnen worden geleverd voor een betere kennis van de Euopese avifauna. Van nog al te veel gebieden en vogelsoorten zijn slechts gegevens bekend van tientallen jaren her, om van nog ongunstiger omstandigheden maar te zwijgen. Indien het zou lukken internationaal tot enige samenwerking te komen zouden daarmee tevens de al te bekende reservaten (b.v. de Camargue) gediend zijn, omdat deze nu al gaan lijden onder een te druk bezoek. In vele gevallen zijn hier reeds beperkende bepalingen gemaakt. Wat Frankrijk betreft is er reeds een overzicht gemaakt van die streken, waarvan geheel of gedeeltelijk gegevens omtrent de vogelstand ontbreken, terwijl tevens melding wordt gemaakt van welke soorten de begrenzing van het broedareaal niet bekend is. (British Birds 53 (1960) blz. 198—199). Van diverse van de gegenoemde gebieden is wel bekend dat zij zeer rijk aan soorten zijn. Men gaat er dus beslist niet heen om negatieve gegevens (die ook belangrijk kunnen zijn) te verzamelen. Het is natuurlijk volkomen begrijpelijk, dat men bij een buitenlandse tocht liefst die plaatsen bezoekt, waarvan bekend is dat er veel te zien is en waar men bepaalde soorten met zekerheid kan verwachten. Maar bij velen, die niet meer voor de eerste keer ver weg gaan, zal ongetwijfeld de wens opkomen wat constructiever werk te doen. Behalve met bovengenoemd streek- of soortonderzoek met betrekking tot de verspreiding kan dat ook door eens een speciale studie te maken van één soort. Bij orientatie hierover zal men merken dat van vele, soms heel bekende, vogels nog maar erg weinig over hun leefwijze bekend is. In het voorjaar, maar vooral natuurlijk in het najaar, kunnen voorts overal trekgegevens verzameld worden. Ik vraag me ook wel eens af, waarom er eigenlijk zo weinig ringen terugkomen uit die landen waar nog alles in grote aantallen gevangen wordt. Is het onwetendheid of is men toch bang voor de gevolgen omdat er altijd wel iets clandestiens gedaan zal worden?*) Bedenk wel dat rond de Middellandse Zee nog zeer veel analfabeten voorkomen. Het verdient dan ook wellicht aanbeveling eens met de plaatselijke bevolking over deze dingen te praten. Men kan altijd een ring als voorbeeld meenemen.