Het aantal waarnemingen van kleine jagers aan de Noordzeekust, voornamelijk in de provincie Zuid-Holland was in het najaar van 1960 groot. De eerste waarnemingen kwamen van de laatste week van augustus, terwijl gedurende de maand september vrijwel dagelijks kleine jagers werden waargenomen en wel 21 ex (19/9 Scheveningen) op één dag. Midden september bereikte dit het hoogtepunt, terwijl zij ook daarna (Monster 5, Kijkduin 1 9/10; Kijkduin 2x3, Kijkduin 20/10 1; Scheveningen 23/10 2; Wassenaar 1/11 en 2/11 1. De kleinste jager werd 18/9 op De Beer gezien, de grote jager op 23/9 en 2/12 te Scheveningen en de middelste jager: Scheveningen 2/9 1 en 16/9 1, Kijkduin 27/10 1. Enkele late zangvogeldata, zij het niet exceptioneel, maar toch vermeldenswaard: spotvogel (Haskerhorne 7/9 2, Hoophuizen 11/9 1); grauwe vliegenvanger (Reeuwijk 11/9); tuinfluiter (Hoophuizen 11/9 1, Texel Westermient 23/10 1); kleine karekiet (Hoophuizen 11/9 en 14/10 1, Botshol 16/1 13; tjiftjaf (Breukelerveen 1/10 zingend, Den Haag 2/10 1, Kijkduin 9/10 1, Apeldoorn 10/10 1, Hengelo 12/10 zingend, Reeuwijk 15/10 1, Hoophuizen 28/10 1, AWduinen 6/11 1, Valkeveen 19/11 1, Greutel-Apeldoorn 27/11 1, Amsterdam Oost 11/12 1); zwartkop (Ritthem 16 en 22/10 1, Westermient Texel 22/11 ♂, 23/11 ♀, 24/11 ♀, Amsterdam-Oost 22/10 2 ♂♂, 5/11 ♀, Vogelenzang 20/11 1, Amsterdam-Oost 28/11 ♂, Cadzand 16/1 1, Renkum 25/1—1/2 1); huiszwaluw (Kijkduin 7/10 3, Botshol 16/10 3, Zwolle 2/11 1, Tolkamer 13/11 1).