Op vrijdag 28 april uit het raam van onze woning in Bilthoven kijkend, zag ik twee winterkoninkjes naar mijn kunstnestje voor huiszwaluwen vliegen en er binnen gaan. Uiteraard dacht ik: ~Die willen daar gaan nestelen!”. Ik liep naar de huiskamer om het mijn man te vertellen, maar zag daar, tot mijn verbazing, op de roetjes van de ramen een heel stel jonge winterkoninkjes zitten, die waarschijnlijk de warmte van de ruiten (er werd nog gestookt) opzochten, ’t Was een gefladder van belang, daar ze moeite hadden op de schuine roetjes te blijven zitten. Wij bleven staan kijken en zagen, hoe het opgewonden en telkens uit volle borst zingende mannetje probeerde zijn jongen op te jagen en in het zwaluwnestje te drijven. Bij enkele lukte dit, maar ’t merendeel kon de hoogte niet halen en viel terug op de vensterbank. Toen het langzamerhand donker werd zat er nog een heel stel vogeltjes tot een kluitje samengedrongen op de vensterbank. Daar er veel katten rondslopen en ook eksters, Vlaamse gaaien, kauwen en eekhoorns reeds vroege nesten van zanglijsters en merels hadden leeggeroofd, was goede raad duur. We hebben toen een theemuts buiten het raam gehangen en mijn man heeft rustig het kluitje vogels opgepakt en daarin gezet, terwijl ik er vlug een doekje overheen legde. Dit lukte prima en de kleuters waren te moe om te reageren. Vóór we zelf gingen slapen heb ik het doekje iets opzij getrokken, zodat ze er gemakkelijk uit konden komen. Toen ik om half zes in de ochtend ging kijken waren ze er reeds uit.