In het derde nummer van deze jaargang (juni 1961) gaf ik een uiteenzetting over de rol, die de bewegende vleugels bij het vliegen spelen. Thans wil ik nog iets naar voren brengen over het vliegen zonder motor, dus over de glij- en zweefvlucht, en over het starten en landen. Eerst moet echter een fout in het vorige artikel, die tot verwarring leiden kan, verbeterd worden: bij de rechter afbeelding van fig. 5 (blz. 198) dient men de pijltjes om te keren, zodat de riem werkelijk heen en weer gaat, zoals in de tekst beschreven wordt.