Als dit nummer verschijnt, zitten we weer midden in de herfsttrek. Een groot deel van de vogels die ons land passeren is dan al voorbij. Die trek begint al begin augustus, maar is toch nooit zo opvallend als de massale trek, die in oktober te zien is. De meeste fitissen, zwaluwen en kwikstaarten die in het noorden broeden zijn al ons land gepasseerd. Maar nu is de trek van vink, spreeuw, graspieper en veldleeuwerik nog in volle gang. Zoals ik het vorig jaar al schreef is de beste plaats om die trek te zien nog altijd de duinkant van Haarlem tot Hoek van Holland. Wie het er voor over heeft bij het aanbreken van de dag op een duintopje te klimmen, waar een goed overzicht is op de zeereep en het binnenduin, kan heel wat zien voorbij trekken. ’t Is niet voor niets, dat er zoveel vinkenbanen in de vorige eeuw aangelegd waren langs de duinenrand. Zie eens het boekje te pakken te krijgen, dat helaas is uitverkocht, „Van vogeltrek en vinkenbaan”, een uitgave van de N.J.N. Daarin is een hoop te vinden over dit oude bedrijf, dat de laatste tijd weer een stimulans heeft gekregen door het ringonderzoek, zodat er zelfs nieuwe vinkenbanen worden aangelegd.