De grote rivieren vormen in ons land een belangrijk refugium voor pleisterend waterwild. Vooral het stroomgebied van de Waal is in dit opzicht bijzonder belangrijk en het is dan ook een geliefd ekskursiegebied voor veel NJN-ers en andere vogelaars. Vooral de laatste jaren zijn verschillende delen regelmatig bezocht en er werden in het kader van de waterwildtellingen, die in Nederland door het ITBON worden georganiseerd, verscheidene tellingen verricht. Zo bezocht afdeling Nijmegen van de NJN de Waal van Ochten tot de Duitse grens, terwijl er regelmatig weekends in de Bijland werden gehouden. Tussen Brakel en Rossum ligt het werkterrein van veel Leerdamse NJN-ers. Op deze manier is de laatste tijd een schat van gegevens verzameld. Vooral de interessante waarnemingen die tijdens de vorstperiode in de afgelopen winter werden verzameld en het feit dat enkele belangrijke gebieden ernstig bedreigd worden, hebben ons ertoe gebracht om al deze gegevens eens uit te werken. Een prachtige aanvulling van onze eigen gegevens van de kleiputten in de Crobsewaardpolder bij Haaften en de Kil van Hurwenen vormden de waarnemingen van de heer J. W. C. Entrop, die deze gebieden vanaf 1955 regelmatig bezocht. Ook hebben wij dankbaar gebruik gemaakt van de resultaten van de waarnemingen, die afgelopen winter door Alfred Blok per vliegtuig zijn gedaan, in opdracht van het RIVON en de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels, alsmede van de tellingen, die door het ITBON in de Bijland zijn verricht.