Sinds het seizoen 1949/50 zijn er in Nederland waterwildtellingen verricht, in allerlei gebieden. Deze tellingen variëren van series van één tot vele jaren per gebied, terwijl er daarnaast nog een indrukwekkende reeks losse (zgn. incidentele) tellingen is. Het spreekt vanzelf dat, na bijna 14 jaar, eens moest worden gedacht aan het verkrijgen van informatie uit dit omvangrijke materiaal en kort geleden is dan ook het begin gemaakt van het uitwerken van deze gegevens. Dit houdt natuurlijk niet in, dat er met de tellingen gestopt zal worden. Integendeel, het is van het grootste belang, dat wij hiermee verder gaan. Het belang hiervan zal binnenkort uitvoerig in Het Vogeljaar worden behandeld door de heer Eygenraam. De uitwerking die wij dus nu begonnen zijn, heeft ten doel na te gaan in hoeverre zich fluctuaties in de populaties van verschillende eendesoorten voordeden, terwijl er daarnaast ook nog andere belangwekkende feiten aan het licht zullen komen.