In de reeks Publikaties van de Fryske Akademy verscheen als nummer 212 bij de Uitgeverij Laverman te Drachten een door H. F. de Boer geschreven boek „Fûgelflecht”. Voorzover ons bekend is dit het eerste in het Fries gepubliceerde boek over vogels. De meeste bijdragen in dit boek zijn eerder in het Friese tijdschrift „De Pompeblêdden” verschenen en trokken door hun aparte stijl zozeer de aandacht, dat de schrijver besloot ze in boekvorm samen te brengen. Op een prettige, soms humoristische wijze, vertelt De Boer over zijn ervaringen in het Friese veld en in zijn schuiltent. Weliswaar bevat het boek geen volledig overzicht van alle in Friesland waar te nemen vogels, toch missen we jammer genoeg de ooievaar, de kiekendief, de roerdomp en de ransuil. Na een impressie over de trek volgt een hoofdstuk over de vogels rondom huis en maken we met de schrijver zwerftochten door de weilanden op zoek naar kieviten, kwikstaarten, kemphaan en grutto. Ook volgen we hem langs meer en plas, door hei en duinen om vervolgens deelgenoot te zijn van zijn waarnemingen van eidereenden, kokmeeuw, plevieren en ganzen. Natuurlijk ontbreekt een hoofdstuk over de eierzoekerstijd niet en er volgen nog opmerkingen over de waarde van natuur- en vogelbescherming. Uit het laatste hoofdstuk halen we, met instemming de volgende, uit het Fries, vertaalde uitspraak aan: "Omdat hier natuur en kultuur erg met elkaar verbonden zijn moet vogelbescherming, althans bij ons, volkszaak zijn en blijven ..."