Voor de tweede maal in 1964 werd op 5 en 6 september door het nat.-hist. secretariaat van de K.N.N.V., onder auspiciën van het Contactorgaan voor Vogelstudie, een vogelweekend georganiseerd, ditmaal in het meest z.w. gedeelte van Nederland. De belangstelling was groot: 80 deelnemers spoedden zich op die zaterdag naar Aardenburg, om gaandeweg tot de ontdekking te komen, dat men zich soms deerlijk in de afstand had vergist. Niettemin kon op zaterdagmiddag gestart worden voor een excursie, die met medewerking van het bestuur van de actieve Vogelwacht West Zeeuws-Vlaanderen was georganiseerd. Deze tocht was voor velen een goede gelegenheid eens kennis te maken met dit gebied van oude, afgedamde kreken; een gebied rijk aan landschapsschoon en met een interessante, vogelbevolking. Vooral het Grote Gat bij Oostburg bleek veel bezienswaardigs op te leveren, o.a. een troep zwarte ruiters, tureluurs, watersnippen, bontbekplevieren, dodaarzen en kemphanen, die, omdat ze het zomerkleed hadden ingeruild voor een wat eenvoudiger costuum, soms moeilijk waren te herkennen. In het Grote Gat, dat anders zonder toestemming niet toegankelijk is, bleken zich bovendien de zeldzame „groeiende stenen” te bevinden. Wie op eigen gelegenheid dit gebied wil doorkruisen, raden wij aan de „Krekenroute” op te vragen bij V.V.V. Oostburg.