De „Agro Chemie-Koerier” is een uitgave van de N.V. Agro Chemie te Arnhem, in samenwerking met de Farbenfabriken Bayer A. G. te Leverkusen. Van enige zijden kregen wij een klaarblijkelijk kortelings verschenen exemplaar toegezonden, dat nr. 5 van de 7e jaargang blijkt te zijn. Een fraai met kleurenfoto’s geïllustreerd blad dat, blijkens de druktechniek waarin het is uitgevoerd, in grote oplage wordt verspreid. Op de blz. 76 en 77 van dit nummer komt, bij enige fraaie kleurenfoto’s van een haas, een oehoe en een reekalf, onder het opschrift „het wild in Nederland” en de ondertitel „Wordt de wildstand bedreigd door planteziektenbestrijding?” een beschouwing voor, die begint met vast te stellen, dat „dierenvrienden en sommige jagers ... vrezen dat de toepassing van insecticiden, fungiciden en herbiciden in de landbouw de wildstand zou kunnen schaden”. Onder de ondertitel „Hoe het er werkelijk voorstaat” wordt dan een opsomming gegeven van oorzaken van achteruitgang van de wildstand. De opgesomde oorzaken zijn: onjuist afschot, roofwild, abnormale weersomstandigheden, onrust in het wildrevier, verwondingen en ziekten. (Pesticiden ontbreken in dit rijtje volkomen!). Van het roofwild wordt gezegd: „Zowel lopend als vliegend roofwild kan grote schade aanrichten.” Onder dit lopende roofwild worden dan onze zeldzame otters en marters genoemd, van het gevederde roofwild: „valk (sic!), sperwer, havik, buizerd, kiekendief (welke?), steenuil, meerkol, kraai en ekster.” Een opsomming, die verwondering wekt door de keuze der benamingen, door de afwezigheid van de Vlaamse gaai, maar vooral door de aanwezigheid van sperwer, havik en steenuil. Immers, de eerste twee zijn zo schaars geworden, dat van noemenswaardige invloed op de wildstand geen sprake kan zijn, terwijl we het er toch allemaal wel over eens zijn, dat op het menu van de steenuil wild niet of ter nauwernood voorkomt.