Vergeleken met het seizoen 1963/64 viel een verheugende vooruitgang te constateren, voor wat betreft het aantal getelde gebieden. Werden in 1963/64 88 gebieden één of tweemaal per maand bezocht, in 1964/65 kon een totaal van 117 worden bereikt. Bovendien ontvingen wij uit 85 gebieden incidentele waarnemingen. Een woord van bijzonder grote dank aan de medewerkers is dan ook zeker op zijn plaats. Dank zij hun enthousiasme konden vele waardevolle gegevens worden verzameld. Ondanks de vaak slechte weersomstandigheden werd met een grote regelmaat geteld. Wij stellen het zeer op prijs dat zovelen hun vrije tijd beschikbaar wilden stellen om mee te helpen bij het waterwildonderzoek.