De drie miljoen inwoners van een eeuw geleden zijn er twaalf geworden en bijna dagelijks wordt ons voorgehouden dat het nog voor het eind van deze eeuw er twintig miljoen zullen zijn. Zullen die nog plaats voor de vogels laten? Wij menen van wel. Maar er is ons de laatste tijd enige keren tegen geworpen dat, gelet op die te verwachten bevolkingsgroei, ons werk weinig zin meer heeft. Zelfs dat wij ons thans maar reeds moeten neerleggen bij het vooruitzicht, dat er voor de wilde vogels toch geen toekomst meer is.