In 1963 verzocht het Conseil International pour la Préservation des Oiseaux (C.I.P.O.) een overzicht te geven van het aantal stootvogels en uilen in Nederland. Bij de samenstelling hiervan bleek dit niet voor alle soorten even gemakkelijk te zijn. Toch leek het van belang om de voorhanden gegevens op een gemeentekaart in te tekenen. Uit de Nederlandse litteratuur, het RIVON-archief en met hulp van ambtenaren van het Staatsbosbeheer, enkele vogelbeschermingsverenigingen en particulieren zijn nu voorlopige verspreidingskaarten van de velduil en de steenuil samengesteld. Volgens de gegevens broeden er jaarlijks ruw geschat 50 paar velduilen in Nederland. Voor 0.-Flevoland, waarvan de stand in voornoemde opgave niet is opgenomen is het, gezien de grote schommelingen, niet mogelijk een gemiddeld aantal paren vast te stellen.