Dat over landbouwschade als gevolg van het optreden van ganzen de laatste jaren meer wordt vernomen dan vroeger, kan worden toegeschreven aan het feit, dat vele terreinen, die vroeger als pleisterplaats en voedselterrein voor deze vogels dienden, thans zijn verdwenen, hetzij drooggelegd of ontwaterd. Ook van buitendijkse kwelders- en gorzen werd veel ingepolderd en de aanwas daarvan gaat langzaam. Dit wil dus zeggen, dat de ganzen in de loop der tijd meer van het onland: wilde grasland, kwelderland etc. naar de cultuurweiden zijn getrokken om daar te laveien. Misschien dat de relatieve toename der verschillende ganzensoorten in Nederland in de laatste jaren ook debet is aan het melden van schadegevallen, hoewel direct gezegd moet worden, dat het aantal meldingen van ganzenschade zich meestal beperkt tot enkele gevallen. Frequent zijn ze stellig niet.