Op vragen, die het lid der Tweede Kamer de heer Walburg op 20 april 1967 aan de minister van Verkeer en Waterstaat had gesteld, heeft deze op 18 mei geantwoord: Door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders vindt rietafbranding plaats in het nog niet ontgonnen gebied van Oostelijk Flevoland. Dit riet is daar na het droogvallen van deze polder ingezaaid om een moeilijke en kostbare bestrijding van onkruidgroei te voorkomen en om de rijping van de gronden te bevorderen, welke vooraf moet gaan aan de in gebruik neming hiervan.