Het regende zachtjes op de tweede zaterdag in juli toen ik arriveerde in Arne. De laatste vijf mijl over een bochtig weggetje door een landschap van uitgestrekte en indrukwekkend stille heidevelden had ik af gelegd naast een, als altijd in Engeland, vriendelijke automobilist die, toen hij hoorde dat ik drie weken ging doorbrengen in het vogelreservaat Arne in Dorset (aan de Engelse zuidkust), mij niet in het dichtstbijzijnde stadje Wareham wilde afzetten, doch dóórreed en mij helemaal naar het reservaat bracht. Ik zou er als voluntary warden enige tijd verblijven om de bewaker te helpen bij zijn dagelijkse werk en tegelijk van een heel bijzondere vacantie te genieten. Ik logeerde samen met een Engelse student en een leraar aardrijkskunde – in een caravan midden in het reservaat, dat gelegen was aan een baai en bestond uit heidevelden, vochtig bos en enige periodiek droogvallende meertjes met brak water.