Je kunt beter maar niet te veel zeggen, dan loop je tenminste ook niet de kans, dat ze aan je mededelingen gaan twijfelen. Maar ja, soms wil je je vogelavontuurtjes wel eens aan een ander kwijt en dan praat je honderd uit, zodat je medevogelaar de grootste verwachtingen koestert. Zo had ik al enige tijd achtereen een lachstern gezien, die een groot jong bij zich had. Ik was erop attent gemaakt, doordat ik al een paar dagen meende de vogel te horen. Die weelde kon ik niet voor me houden en ik vertelde het aan een goede kennis met het gevolg, dat wij op een avondje na de hooibouw het veld introkken in de hoop het stel te zien.