Welgeteld 226 soorten vogelsoorten zijn er waargenomen in het Amsterdamse Bos, dat vele Amsterdammers hardnekkig heet „Bosplan" blijven noemen. Ze worden vermeld in de Wetenschappelijke Mededeling no. 74 van de K.N.N.V., samengesteld door Drs. J. J. Frieswijk, met medewerking van H. F. Arentsen, P. W. Brander, mej. Mr. J. H. U. van Drooge, J. H. C. de Groot, J. Reijnders, K. A. Straatman en A. N. Swart. Inmiddels kan er overigens als nr. 227 de notenkraker aan worden toegevoegd. Van die 227 zijn er 76 min of meer geregelde broedvogels, terwijl er 19 voormalige broedvogels worden vermeld, soorten die in de loop der jaren in bepaalde ontwikkelingsstadie van het Bos hebben gebroed, maar zich er nu niet meer thuis voelen. Hoewel de indeling misschien wat arbitrair is, telden we voorts 95 toevallige gasten (inclusief de notenkraker) en 37 min of meer geregelde gasten.