Ofschoon wij er geen gewoonte van willen maken de binnengekomen gegevens van onze lezers, die in de plotselinge algemene belangstelling staan, zonder meer voor een totale publicatie te gebruiken welke door haar omvang niet in Het Vogeljaar zou kunnen verschijnen, moeten wij bij de notenkraker een uitzondering maken. Het aantal waarnemingen dat ik reeds ontving is zo enorm groot dat hiermee al wel haast een geheel nummer gevuld zou kunnen worden. Trouwens ook alle nog niet doorgezonden waarnemingen zal ik graag alsnog ontvangen. Alle waarnemingen worden op kaart gezet en ook de bijkomende gegevens, zoals die over het voedsel en gedrag, worden genoteerd. Nadat wij uit Duitsland waren gewaarschuwd dat wij zeer binnenkort de eerste notenkrakers in ons land konden verwachten kwamen inderdaad vanaf begin augustus (er zijn er zelfs al eind juli gezien) grote aantallen onze grenzen over. Het zou de grootste, ooit in ons land geregistreerde, invasie worden. De berichten, waar in vele dagbladen over gesproken werd, dat de vogels een soort „eigen vernietiging” zouden veroorzaken door deze plotselinge massale trek kan ik echter wel tegenspreken. Natuurlijk is een vogelsoort, die zo goed als geen mensen kent en als min of meer standvogel, die plotseling geheel nieuwe gebieden bezet, veel kwetsbaarder. Omdat de notenkrakers veel vroeger dan gewoonlijk kwamen (in 1954 kwamen de eerste eind september, terwijl midden november toen een duidelijke „top” vertoonde) konden zij zich niet met het voedsel (hazelnoten) voedden dat zij hoofdzakelijk gedurende de vorige invasie nuttigden. Ditmaal werden zij dan ook vaak aangetroffen bij de vangst van insekten of op zoek naar vruchten. Dat het ontbreken van zaden van de arve-den de notenkrakers zou doen wegkwijnen is onjuist. Dat de vogels die hier in de eerste dagen van augustus aankwamen door de snel afgelegde grote afstand wat slap en vermagerd aankwamen is vanzelfsprekend Een verschijnsel dat bij invasieachtig optredende vogelsoorten wel vaker voorkomt. Spoedig waren zij echter weer in prima conditie. Zij trokken zich in bepaalde gunstige voedselgebieden terug en zijn door de opgedane kennis in hun nieuwe terreinen wat minder opvallende verschijningen geworden. Zij zijn ook wat schuwer geworden en er zijn nog wel wat slachtoffers gevallen o.a. door het trein- en autoverkeer. Enkele jagers zagen de vogels voor vlaamse gaaien aan en dat er mensen van de vertrouwelijkheid misbruik maakten valt te betreuren.