Gedurende juli 1968 heb ik ruim drie weken gekampeerd aan de oever van de Dordogne ter hoogte van Beaulieu, circa 225 km beoosten Bordeaux en 50 km ten zuiden van Tulle, circa 300 km benoordwesten de Middellandse Zee en even ver ten oosten van de Atlantische Oceaan. Over de weg ligt deze plek ongeveer 1100 km ten zuiden van het Noord Hollands Duinreservaat tussen Wijk aan Zee en Bergen (Noord-Holland), hemelsbreed rond 900 km. Tijdens bijna dagelijks verrichte vogelwaarnemingen werd ik getroffen door de geringe verschillen in samenstelling en dichtheid van voorkomen der waargenomen soorten met het hierboven aangeduide gebied in Nederland waarmee ik goed vertrouwd ben. Dit ondanks de zeer opvallende verschillen op geomorfologisch, topografisch en botanisch gebied.