De grote trap is een vrij zeldzame gast in het winterhalfjaar, meestal in klein aantal, doch in sommige jaren talrijker. Hoofdzakelijk komt deze (cultuur)steppevogel dan bij strenge vorst, in de periode van december tot februari. Er zijn o.m. waarnemingen bekend van de jaren 1905, 1907, 1908, 1909, 1912, 1917, 1918, 1919, 1922, 1924 t/m 1928, 1940, 1947, 1948 en 1956. Ook hierna werden nog wel waarnemingen bekend. De eerste waarneming van deze winter is momenteel van 27-12 toen een vers dood ex. gevonden werd tussen Dalfsen en Heino (pag. 228). 10-1 werden 3 ex. ten Z. van Enschede gezien (Ned. Jager, jrg, 75, p. 100). Ook op 10-1 2 ♀ ♀ in kavel G. 33, Oostelijk Flevoland (J. v. d. Kamp, „De Tjiftjaf”, jrg. 15, nr. 1, p. 6).