Naar aanleiding van m’n artikeltje in „Het Vogeljaar”, 18e jaargang – februari 1970 – pag. 221-223, betreffende het huiszwaluw-nestenonderzoek in Zeeland 1967-1969, ter aanvulling het volgende: Van de heer H. Enkelaar uit Oostburg, die de stuwende kracht is geweest van het onderzoek, ontving ik nog talrijke gegevens waardoor de 8000 getelde nesten die in genoemd artikel (dat ik in september 1969 schreef) vermeld staan vér is overschreden. Deels door nog vele nagekomen waarnemingen, deels door talrijke tellingen die nadien alsnog zijn verricht. De stand van de huiszwaluw in Zeeland is daarmee gekomen op 12.524 getelde nesten in 1969 (!) zodat een schatting van 13.000 a 15.000 nesten alleszins verantwoord lijkt, (vijftienduizend nesten als minimumgrens, die ik aanvankelijk schatte, is in overleg met Enkelaar gecorrigeerd in bovenvermelde aantallen). Ondanks het vele werk van de heren H. Enkelaar, M. van Doeselaar, K. de Kraker, leden van de C.J.N. e.v.a. en bovendien dankzij de medewerking van abonnee’s van de dagbladen „De Stem” en de „P.Z.C” is toch „nog maar” 60 à 70% van Zeeland onderzocht. Grote delen van Zuid-Beveland, Tholen, Sint Philipsland etc. zijn nog „blanco”. Voorts is het opvallend dat de bewoners van Schouwen en Duiveland, dat nog wel het meest „vogelminded” is – de vogelwacht heeft er vele honderden leden het op enkele tellingen van o.a. de Jeugdvogelwacht na, geen gegevens hebben doorgegeven. Totaal werden 367 nesten geteld op Schouwen en Duiveland (med. H. Enkelaar en J. W. Eckhardt).