Met groot genoegen en belangstelling las ik het gedegen en informatieve artikel (jrg. 16 – pag. 551) van de heer Westra, waarin hij de verschillende aspecten van het kievitenvraagstuk behandelt. Hierin werden ook de zo loffelijke activiteiten van de Friese vogelwachten besproken, die de heer Span noemde. Wat het eierrapen betreft schijnt ’n juiste conclusie te zijn dat dit indirect een nadelige invloed kan hebben op de kievitenstand. En wel door het uitstellen van de broedtijd, waardoor vele nesten door het vee worden vertrapt en nesten en jongen bij het machinale maaien worden vernield. Deze omstandigheid schijnt echter, voor zover prof. Klomp uit zijn gegevens kon beoordelen, geen grote nadelige invloed te hebben op de kievitenstand.