Op 28 juli 1970 werd te Eemdijk – na hevige regens van de vorige dag – op de straat een nest aangetroffen met vier jonge huiszwaluwen, waarvan er één dood was. Kennelijk was het nest door lekwater onder het overstek van buurman’s dak losgeweekt met noodlottig gevolg. De jongen waren naar schatting een week oud. In een kartonnen doos gevuld met wat papier en lappen hebben we de drie jongen gedroogd en met een lap toegedekt. Ze namen geen voedsel aan en ’s avonds leken ze erg minnetjes. Als laatste redmiddel hebben we ze toen „gestopt” met meelwormen en universeelvoer. Het was erop of eronder want het „stoppen” is vaak zo’n inspanning voor verzwakte vogels dat het hun dood kan betekenen. In dit geval hadden we geluk en was de operatie een keerpunt ten goede.