Het eerste contact met Rinke Tolman ontstond in de tweede helft van de twintiger jaren. Daarvoor kenden wij elkaar alleen door het feit dat wij ons beiden bezondigden aan het publiceren van bijdragen over de natuur. Ik had zijn boekje „Onder Hollands hemelen” gelezen, een bundel schetsen over de natuur vooral over vogels en vogelleven. Maar het persoonlijke contact kwam pas toen de uitgever A. G. Schoonderbeek uit Laren op instigatie van Rinke Tolman besloot een geïllustreerd kloek boek te publiceren met schetsen en artikelen van een aantal natuur-historische minstrelen en daarbij was ook Rinke Tolman. Wij zouden met zijn allen een boek samenstellen, waarbij iedere medewerker een aantal schetsen zou afstaan en tevens een korte levensbeschrijving geven, liefst met een portret. Indertijd had ik foto’s gemaakt van Dr. Jac. P. Thijsse, van Ds. R. J. de Stoppelaar en van Jan Drijver en nu moest ik er ook een maken van Rinke Tolman. Zo trok ik op een goede dag naar Soest, waar Rinke Tolman heel gedwee poseerde bij wat coniferen nabij het Soesterzand voor een foto.