Op 26 april van het afgelopen jaar is geheel onverwachts, op 83-jarige leeftijd gestorven de weledelgestrenge heer P. A. Hens, oud-burgemeester van het Zuid-Limburgse Valkenburg. Niet alleen hier in Nederland, maar tot ver buiten onze grenzen zal zijn naam nog lang bekend zijn in kringen van de beoefenaars van de ornithologie. In 1911 was Hens een van de oprichters van de Club van Nederlandse Vogelkundigen: eerst was hij secretaris, later voorzitter. Aanvankelijk wijdden de leden van deze club zich aan de systematische vogelkunde, vooral door het aanleggen van verzamelingen. Veel leden waren in die tijd ook jager, en daarom is het voor ons, moderne vogelliefhebbers toch wel te begrijpen dat vanuit deze club felle tegenstand is geboden, toen in 1912 een ontwerp vogelwet werd aangenomen, waarin het verzamelen van bij de wet beschermde vogels verboden werd behoudens een speciale vergunning van de Minister! Hens bezat zelf een grote verzameling, die hij reeds tijdens zijn leven vermaakt heeft aan het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden, om toch maar niets van de waardevolle stukken nodeloos verloren te laten gaan. Vogelverzamelaars liggen ons, vogelliefhebbers, niet zo erg meer. Toch heeft Hens toch ook hierdoor grote verdiensten voor ons: hij heeft onze min of meer als hobby verrichte waarnemingen een wetenschappelijke betekenis gegeven, door onze gegevens te verzamelen in een „Avifauna van de Nederlandse Provincie Limburg”. Deze „Avifauna van Hens" werd voor het eerst uitgegeven door het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg in 1924 en 1925. Later verschenen enkele aanvullingen, 1930, 1931, 1948, totdat in 1965 een geheel nieuw bewerkte druk (jrg. 14 pag. 145) het licht zag (nog te verkrijgen bij de administratie van het genootschap te Maastricht, Bosquetplein 7). Bij het bestuderen van dit 488 pagina’s tellende boekwerk blijkt pas goed, met hoeveel medewerkers Hens in contact heeft gestaan: boswachters, jachtopzichters, veldwachters, kantonniers, sluiswachters, onderwijzers, kortom allemaal mensen, die van wege hun beroep of uit liefhebberij veel buiten zijn, en daar mooie dingen zien, maar wiens waarnemingen veelal voor de wetenschap verloren gaan. Voor de insiders is het overbodig, op te merken, dat Hens zich ook heeft ingezet voor het behoud en de bescherming van de natuur in Limburg. Als opvolger van Oud-Commissaris der Koningin, Mr. Dr. van Sonsbeeck, werd hij, Zwollenaar van geboorte, voorzitter van de Stichting Het Limburgs Landschap! Veel van de argumenten waarmede hij anderen wist te overtuigen van de noodzaak, een bepaald terrein te behouden als natuurreservaat, waren uiteraard ontleend aan de in dat gebied voorkomende vogels, die hij later ook wist te bestuderen zonder ze te verzamelen, en heus niet omdat hij ten slotte te oud was om een geweer te dragen!