Zweedse natuurbeschermingskringen zijn momenteel ten zeerste verontrust over de aanleg van een nieuwe internationale luchthaven ten oosten van Malmö in het zuidelijk deel van de provincie Skåne De desbetreffende luchthaven is gesitueerd nabij de dorpjes Börringe en Sturup temidden van een zowel landschappelijk als ornithologisch bijzonder belangwekkend gebied. In deze streek overwinteren duizenden rietganzen, ook zee- en steenarenden en, sinds het eind van de jaren vijftig, een niet onbelangrijk deel van de zweedse rode wouwenstam; voorts vormt het gebied de belangrijkste najaarspleisterplaats van kraanvogels. Zeer belangrijk is echter ook dat deze bosachtige streek het verzamelgebied vormt van de tot enkele tienduizenden stootvogels die ieder najaar, nabij het op ca. 60 kilometer zuidelijker gelegen Falsterbo, Zweden verlaten. In de eerste plaats zullen de honderdduizenden piepers, kwikstaarten en vinkachtigen die eveneens ter plaatse doortrekken nu de aanen afvliegroutes van de van het vliegveld gebruikmakende vliegtuigen moeten kruisen maar het meest zorgwekkend is wel de omstandigheid dat bij gunstige termieken grote groepen trekkende buizerdachtigen boven deze streek plegen rond te cirkelen waardoor het gevaar van botsingen wel bijzonder acuut wordt. O.a. vogeldeskundigen hebben zich krachtig tegen de plannen verzet waarbij het evidente gevaar van vliegtuigongelukken door het aanvliegen van vogels als argument werd gehanteerd. Er werden echter geen resultaten geboekt: momenteel is men druk bezig met de aanleg van het vliegveld dat voorlopig een grootte van 1100 ha krijgt. Een nieuw wegennet zal het gebied verder ont sluiten. Het doet zonderling aan te vernemen dat de luchthaven Kastrup van het aan de andere zijde van de Sont gelegen Kopenhagen tevens te klein is geworden en men daar eveneens uitkijkt naar vervanging. Hiervoor zou het in de Sont gelegen Saltholm moeten gaan dienen (broedplaats van o.a. grote sterns). Een eventueel samengaan van beide luchthavens schijnt ook daar onmogelijk te zijn.