In de jaren tussen 1945 en 1958 was het aantal broedparen van de havik in Nederland naar schatting gemiddeld 125 paar per jaar. Daarna werd een sterke achteruitgang van het aantal broedparen geconstateerd. In 1959/60 was het aantal paren naar schatting ongeveer 80 en in 1963 zouden nog slechts 20 paar in ons land gebroed hebben.