Door uitvoerige nasporingen tijdens het broedseizoen konden wij in 1971 in de A.W. duinen de aanwezigheid vaststellen van 24 paar ransuilen, 9 paar bosuilen, 2 paar steenuilen, 5 paar torenvalken en 3 paar boomvalken. Het aantal ransuilen was betrekkelijk laag, de overige soorten vertoonden de laatste jaren echter een zekere stabiliteit in hun aantal. Evenals in 1970 was ook nu het voorjaar koud en de vogels begonnen laat met de voortplanting. De veldmuizen moeten dit jaar zeer schaars geweest zijn. Zó schaars zelfs dat, voor het eerst in de zeven jaren dat voedselanalyses gemaakt worden, de veldmuis in talrijkheid werd overtroffen door de bosmuis!