Als vogelaar in het westen des lands bezoek ik regelmatig het IJmuiderstrand in de maanden augustus en september. En ik kan gelukkig de verzuchting slaken ’Er zijn nog sterns langs onze kust...’. Ergens in mijn achterhoofd stond mij een artikel voor de geest geschreven door de heer Jules Philippona. Bij naslag bleek dit artikel te staan in ’Het Vogeljaar’, 13 jaargang nr. 5. Dit artikel was somber gesteld en gaf weinig hoop voor de toekomst van onze sterns. Ik citeer: ’Dit jaar (1965) heb ik op excursies bij helder weer de zee afgespeurd naar sterns. Meestal was dat vergeefs. Er zijn geen sterns meer langs onze kust, althans bijna niet meer’. ’De zee en de lucht zijn als vroeger, maar veel van het leven voor onze kust is verdwenen’, aldus de heer Philippona. Nu, zeven jaar later is er volgens mij en anderen weer enige hoop op een wederopbouw van de populaties. Ik denk hierbij aan recente publicaties over de toename van het aantal Grote Sterns op het eiland Griend en hernieuwde vestigingen o.a. op De Schorren (Het Vogeljaar 20; 64-65) en de Hompelvoet (Het Vogeljaar 19: 571). De bevestiging van een zekere toename of stabilisatie kreeg ik in de nazomers van 1971 en 1972 bij mijn bezoeken aan het IJmuiderstrand.