Bij het verschijnen van de zesde druk van Thijsse’s Vogeljaar in 1969, maakte ik een vergelijkende studie van de opeenvolgende drukken die in de periode 1904-1969 verschenen waren. Het bleek mij toen dat het uiterlijk van het boek (vooral wat de illustraties betreft) een interessante spiegel is van 65 jaar ornithologie in Nederland. Daarbij zijn de eerste drie drukken nauw verbonden met de kring van medewerkers aan De Levende Natuur, de volgende drie drukken met die van medewerkers aan De Wandelaar, ik ontdekte bij mijn analyse dat juist vele historisch interessante gegevens, zoals data van publicatie en bronnen van de illustraties, veelal niet, of foutief, of onvolledig zijn vermeld. Ik voltooide het artikel in 1970, maar de publicatie ondervond aanzienlijke vertraging. Mijn studie verscheen ten slotte kort na het uitkomen van de zevende druk (Van der Hammen, 1973). Ik geef nu in een tweede artikel een analyse van die zevende druk, op dezelfde wijze als ik dit voor de andere drukken gedaan heb. Aan het slot kom ik dan bovendien terug op een paar kanttekeningen die ik in mijn eerste artikel maakte, en op enkele suggesties die ik daarbij deed.