Onder deze titel is in het tijdschrift ’Stedebouw & Volkshuisvesting’ (54e jaargang, no. 1, januari 1973, pp. 16-26), uitgave van het Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, een uitvoerig artikel (met 4 kaartjes, 19 figuren en 1 tabel) verschenen van de hand van drs. Jan Veen. De ondertitel van het artikel ’De berekening van de verstoringsgradiënt op broedpopulaties van weidevogels’ is een korte aanduiding voor het uitgebreide onderzoek dat de schrijver met betrekking tot een viertal terreinen (het Varkensland, de Mijzenpolder, de Eilandspolder en het Oostzanerveld) gelegen tussen Amsterdam, Alkmaar en Hoorn, heeft verricht. Dank zij het feit dat hij van de terreinen gedetailleerde kaarten met nestsituaties van diverse vogelsoorten ter beschikking had, heeft de schrijver door middel van een transektmethode de verstoring kunnen bepalen van verschillende verstoringsbronnen zoals wegen, bebouwingen en spoorlijnen. Het onderzoek werd beperkt tot de Grutto, Kievit, Tureluur, Kemphaan en Scholekster. De tellingen van de nesten zijn in de jaren tussen 1965 en 1970 verricht door A. Bos, C. F. Eyerman, P. J. Mars, J. C. Schipper en C. W. van Sijpveld. Een snelweg bijvoorbeeld met meer dan 7.500 auto’s per dag, veroorzaakt een verstoring van ten minste 1,2 km met een 50% verstoringsafstand op 0,5 km. In werkelijkheid zullen deze afstanden waarschijnlijk 1,6-1,8 km en 0,6 – 0,8 km zijn.