In deze serie is naast een zestal delen over respectievelijk vissen, planten, insecten, dieren, mode en antiek nu ook een deel verschenen over de vogels. De opzet van alle boeken is gelijk. Door middel van een groot aantal goede zwartwit- en kleurenfoto’s laat dit deel de lezer kennismaken met vertegenwoordigers van vrijwel alle families die in de klasse Aves voorkomen. De meestal vrij korte toelichtende teksten geven bijzonderheden over broedgebied, uiterlijk en gedrag van de diverse soorten en daarin zijn dikwijls interessante gegevens opgenomen, waardoor het boek niet alleen een kijkboek is geworden, maar werkelijk iets van een encyclopedie heeft gekregen. Met de Nederlandse namen heeft de bewerker het in een aantal gevallen niet zo nauw genomen, zoals bijv. bij de Sterduiker = Roodkeelduiker, Gekuifde Fuut = Fuut, Zwarthalsfuut = Geoorde Fuut, IJsstormvogel = Noordse Stormvogel, Gekuifde Pelikaan = Kroeskoppelikaan en Sikkeleend = Bronskoptaling. Enige eenheid in het gebruik van Nederlandse namen, ook voor vogels die nog niet officieël van een Nederlandse naam zijn voorzien, Mikt toch wel gewenst. Ook ten aanzien van de Latijnse namen heeft de bewerker het zich lastig gemaakt door, waar mogelijk en gewenst, niet de Avifauna van Nederland te volgen. Deze Avifauna moet, zeker wat betreft de Latijnse namen, als leidraad worden beschouwd voor de in ons land gebruikelijke naamgeving. Enkele namen die duidelijk in het oog seringen zijn: Casmerodius albus = Egretta alba, Cygnus columbianus = Cyqnus bewickii, Actitis hypoleucos = Tringa hypoleucos, Capella gallinago = Gallinago gallinago en Coloeus monedula = Corvus monedula.