Bijgelovige geesten vonden het waarschijnlijk geen toeval dat het vorig jaar in november zo stormde. Het was die dag immers de dertiende! Ik weet niet wat zij dit jaar van de storm in april hebben gedacht? Of is 2 april ook een van te voren te voorspellen ongeluksdatum? Een ongeluksdatum was het ongetwijfeld wel voor een aantal vogels die al vroeg in het seizoen zaten te broeden. Er is bij mijn weten, afgezien van wat losse mededelingen over ’verdrifting’ en over uitgewaaide nesten, helaas niets gepubliceerd over de gevolgen van deze stormen voor de vogelstand, zulks in tegenstelling tot enkele stormen in voorgaande jaren (zie bijv. Taapken 1953 en 1956). Ik wil daarom graag wat eigen ervaringen ver- melden in de hoop dat anderen dit voorbeeld zullen volgen. Directe waarnemingen heb ik maar weinig. Zij blijven beperkt tot enkele troepjes Rotganzen en Scholeksters op Rottumerplaat die op die gedenkwaardige 13e november op volle kracht tegen de storm in probeerden te vliegen, maar die in plaats van vooruit in en vrij snel tempo achteruit gingen. Het was een wonderlijk gezicht! Verder zagen wij (V. Langenhoff, G. M. van der Meulen, J. Fens en ondergetekende) een aantal vogels die zich anders zelden of nooit op dit eiland laten zien, zoals een Grote Jager, 4 Drieteenmeeuwen, een Velduil, een paartje Goudvinken, een Witstuitbarmsijs en zelfs een Ivoormeeuw. Op de 2e april heb ik helaas geen gelegenheid gehad om waarnemingen te doen, want die dag heb ik binnenshuis doorgebracht.