Het zou wel eens waar kunnen zijn, dat er op het ogenblik niet minder vogels in Nederland voorkomen en er broeden, dan dit driekwart eeuw geleden bij de oprichting van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels het geval was. Daarentegen heeft het vogelleven dat wij dagelijks ontmoeten duidelijk aan verscheidenheid van soorten ingeboet. Het wordt overigens ook door vakbiologen wel eens over het hoofd gezien hoe zelfs een toename van de totale 'biomassa’ van een gebied in wezen een aanzienlijke verarming van de natuur kan betekenen. In ons geval betekent het, dat de opmerkelijk grote aantallen Huismussen, Spreeuwen, Merels, Kauwen, Turkse Tortels, Kokmeeuwen en Zilvermeeuwen in ons land bijdragen tot een grote ’ornithomassa’, die even eenzijdig en daardoor even alarmerend is als de toename van de schol (commerciële vis!) in de Waddenzee. Mij baserend op getallen die overvloedig door anderen zijn verzameld en elders gepubliceerd, wil ik in het hierna volgende trachten enkele gedachten te wijden aan de tegenovergestelde zijde van de balans: de zogenaamde ’gevoelige’ maar toch niet altijd zeldzame vogelsoorten.

Het Vogeljaar

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Stichting Het Vogeljaar

K.H. Voous. (1974). Het vogelleven dat wij dagelijks ontmoeten heeft duidelijk aan verscheidenheid van soorten ingeboet ‘Gevoelige’ vogelsoorten, of: over het behoud van gewone vogels in ons land. Het Vogeljaar, 22(2), 625–629.