Als wij de 75-jarige geschiedenis van Vogelbescherming nagaan, dan zien wij hoe allereerst de verbetering van de wettelijke bepalingen ter bescherming van vogels en de handhaving daarvan de meeste aandacht opeisten. In het verlengde hiervan lag de bewaking van belangrijke broedplaatsen, waarmee in 1916 begonnen werd en die zich reeds vroeg ook over weidevogelgebieden uitstrekte. Reeds spoedig werden de terreinen in het lage land van Texel en het Kampereiland in de bewaking betrokken en niet lang daarna konden ook de weidevogels in de Zaanstreek hiervan profiteren. In het jaarverslag over 1922 kon reeds met een zekere trots vermeld worden dat alle belangrijke broedplaatsen op Texel bewaakt werden. Dat Texel zo’n grote rol speelde hoeft ons niet te verbazen; was in die jaren niet reeds de Texelaar J. Drijver een van de meest drijvende krachten van Vogelbescherming?