De Dollard was tien jaar geleden nog vrij onbekend. Op het ogenblik weet bijna heel Nederland waar het ligt. Samen met de Oosterschelde is de Dollard de toetssteen voor het milieubeleid van onze regering. In een hard gevecht van milieugroepen tegen vermeende plaatselijke belangen wordt nog gestreden voor het ongeschonden behoud van dit brakwatergetijdengebied. Op het moment dat u dit leest, is waarschijnlijk de beslissing over het lot van de Dollard al gevallen en weten we of de regering, de in de regeringsverklaring gedane belofte over een positief milieubeleid, is nagekomen. De Dollard is in de 13e eeuw ontstaan doordat de toenmalige adel de dijken langs de rivier de Eems verwaarloosde. Bij verschillende zware stormen is de zee ingebroken en is een inham ontstaan, die tot Winschoten toe liep. Later is een groot deel weer dicht geslibd en ingedijkt. In de huidige Dollard is van opslibbing vrijwel geen sprake meer. De ontwikkeling van eeuwen heeft dus nu zijn eindpunt bereikt. In deze evenwichtsituatie heeft zich een uniek brakwatergetijdenmilieu kunnen ontwikkelen, waarin zeer zeldzame levensgemeenschappen zijn ontstaan. Deze worden gekenmerkt door het voorkomen van zeldzame vegetatietypen, als die van zeeaster, zeebies en fioringras (Fresco 1966), maar ook door het voorkomen van zeer grote aantallen van zeldzame vogelsoorten, als bijvoorbeeld Kluut, Zwarte Ruiter, Rietgans en Rosse Grutto (Dantuma en Glas 1974). Het bijzondere van de situatie is dat we hier met een getijdengebied hebben te doen, waarin uitgestrekte slikplaten bij eb droogvallen. Door het zoete water van de rivier de Eems en in mindere mate de Westerwoldse A, is de Dollard brak. De Westerwoldse A zorgt bovendien voor een gradiënt, een geleidelijke overgang van zoet naar zout, die vooral in de vegetatie op de huidige Dollardkwelders goed zichtbaar is. De slikplaten hebben een uitzonderlijk hoog slibgehalte, die men op andere plaatsen van de Waddenzee niet aantreft (de Glopper 1967). De verklaring ligt in het feit, dat het grove materiaal op de 50 km lange weg vanaf de Noordzee grotendeels de kans krijgt om te bezinken, zodat alleen fijne deeltjes over blijven. Bovendien zorgt de vanuit het midden van de Dollard afnemende stroomsnelheid voor een zand-klei gradiënt. De getijdewerking veroorzaakt een nat-droog gradiënt door variërende overstromingstijd vanuit het midden naar de rand afnemend. Door deze drie gradiënten is het milieu sterk gevarieerd en heeft zich onder invloed hiervan een zeer rijke flora en fauna ontwikkeld. De levensgemeenschappen van de Dollard hebben een hoge zeldzaamheidswaarde omdat vele andere brakwatergetijdengebieden als het Haringvliet, IJsseldelta en Lauwerszee reeds verloren zijn gegaan en er geen vergelijkbare gebieden meer overgebleven zijn. Het is duidelijk dat de Dollard kwalitatief zeer hoog gewaardeerd moet worden.