Op 6 oktober 1968 werd deze soort voor het eerst binnen de landsgrenzen van Nederland vastgesteld door een ringvangst bij Budel (N.B.). Feitelijk wekte dit geval geen verbazing, aangezien de Cettis Zanger via Frankrijk reeds in 1962 in België was doorgedrongen: sedert 1964 werden daar op verscheidene plaatsen broedgevallen vastgesteld. De soort breidt haar gebied regelmatig uit in noordelijke richting en in ons land werden na 1968 ieder jaar exemplaren waargenomen en/of geringd. Bijgaande kaart geeft hiervan een overzicht. Het is interessant deze voortschrijding op de voet te volgen. Het zal niet lang meer duren, dat wij ook in ons land de soort broedend kunnen vaststellen. Aanwijzingen in die richting zijn er reeds door een langdurig verblijf in hetzelfde gebied. In het veld is de aanwezigheid van de Cettis Zanger niet moeilijk te bepalen door zijn karakteristieke zang; deze kan eigenlijk niet met een andere verward worden. Deze zang bestaat uit een korte, vaak tweeledige reeks van harde noten, die plotseling uitbarstend worden uitgestoten. Zonder geluid is hij niet eenvoudig te vinden, want het is een sluiper door de dichte begroeiing. De eerste terugvangst van een geringde Cettis Zanger in ons land werd bekend. De vogel werd op 16 juli 1973 met ring Bruxelles A 774.183 als 1 kj vogel geringd te Lokeren (Oost-Vlaanderen), België, 51° 06’ N; 06° 04’ O en teruggevangen en weer losgelaten met een Nederlandse ring op 28 oktober 1973 als volgroeide vogel in de polder De Dood, Biesbosch, Made (N.B.).