Daar er thans door velen wordt meegewerkt aan het inventariseren van broedvogels, lijkt het mij dienstig in breder kring bekendheid te geven aan de methode van noteren, die wij in de Vogelwerkgroep Haarlem reeds sinds 20 jaar toepassen en die ook door enige andere groepen wordt gevolgd en zeer praktisch wordt bevonden. Laten we als voorbeeld nemen het inventariseren van een bebost terrein op zangvogels aan de hand van de zingende mannetjes. Het principe is nu, dat wij op onze rondgang door het terrein elke zingende vogel op terrein kaartjes intekenen, en wel elke soort op een apart kaartje. We doen dit met behulp van bepaalde tekens, zodanig dat daarmee niet alleen de plaats, maar ook de datum van waarneming wordt aangegeven. Die tekens zien er als volgt uit. Op de plaats waar de vogel zingt tekenen wij namelijk het kleine cirkeltje op de kaart en daaraan een wijzertje dat aangeeft in welk gedeelte van de maand de waarneming gedaan is. Daartoe verdelen we de maand in acht delen. Voor het eerste achtste deel laten we het streepje naar het kaartnoorden. wijzen, dus zo ; voor het tweede achtste deel naar het noordoosten, en zo het hele cirkeltje rond. Om de maanden te onderscheiden werken we elke maand met een andere kleur potlood of balpen. Als we een vogel hebben ingetekend en we op een volgende rondgang op de zelfde plaats de zelfde soort vogel weer horen zingen, tekenen we aan het zelfde cirkeltje een wijzertje erbij aan, en zo vervolgens, uiteraard steeds met de kleur waarmee we in die maand werken. Het schema voor deze tijdsaanduiding kan men als volgt nemen: Als het geen zingende vogel betreft, maar bijvoorbeeld een alarmerende vogel, dan plaatst men aan het eind van het wijzertje een letter A. een nestvondst kan men aangeven met de letter N (en eventueel aantal eieren en/of jongen) en andere aantekeningen.