Het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk vestigt er de aandacht op, dat op 20 oktober 1973 besluiten in werking zijn getreden tot bescherming van inheemse dier- en plantesoorten. Deze besluiten geven uitvoering aan artikel 22 van de Natuurbeschermingswet. De bedoeling van deze bepaling is om bescherming te bieden aan inheemse dier- en plantesoorten, die in hun voortbestaan worden bedreigd. Voor de diersoorten houdt een aanwijzing als beschermde diersoort in, dat zij niet mogen worden gevangen of gedood en dat ook de poging daartoe strafbaar is. Verder is het o.m. verboden zo’n dier onder zich te hebben of te koop aan te bieden, tenzij daarvoor ontheffing is verkregen.