Een der beste in Nederland verschenen boekjes over de samenhang van de vogels met hun omgeving is ’Vogels in hun domein’ van prof. dr. L. Tinbergen. Het wordt bij veel vogelaars nog steeds gebruikt en daar is alle reden toe omdat, naar mijn weten, nog geen betere handleiding in het Nederlands is verschenen. Hoewel niet als zodanig geschreven heeft het bovendien waarde als vergelijkingsmaatstaf. De territoriumbezetting in vogelrijke en vogelarme gebieden van toen zouden nu nog eens met die van heden vergeleken kunnen worden. Een soort die we in dit werkje vergeefs zoeken is de Bonte Vliegenvanger die ten tijde van het ontstaan van het boekje nog geen Veluwse broedvogel was. Hij behoorde wel tot de nestkastbewoners in het oostelijke gedeelte van Nederland. Zo verhaalt Heimans (1925) in het novembernummer van ’De Levende Natuur’ dat in Enschede de soort, vermoedelijk al sinds 1910, een gewone broedvogel was. Dit werd in ’De Levende Natuur’, nr. 5, nog eens door B. J. Hogeslag (1926) bevestigd.