Een aantal vogelsoorten heeft zich ter exploitatie van het daar aanwezige voedsel aangepast aan het leven op zee. Het aantal vogel-individuen per oppervlakte-eenheid is het grootst in de zeegebieden waar het meeste voedsel wordt geproduceerd. Het waddengebied is zo’n produktief gebied. Voorbeelden worden gegeven van de produktitviteit, de voedselketens en de voedselconsumptie door warmbloedigen in de Nederlandse Waddenzee. De totale oogst aan vlees door mens, zeehond en vogels samen, wordt berekend op 74 miljard Kcal of 14 miljoen kg asvrij drooggewicht per jaar. De vogels nemen hiervan het grootste deel. De mens is ais predator een nieuwkomer. Hij werkt momenteel weinig efficiënt en vernietigt bij het vangen van voedsel nog meer dan hij uiteindelijk als consumptie onttrekt. Daarbij gebruikt de 'moderne' mens tegenwoordig 39 miljard Kcal aan fössiele brandstof voor zijn vissersschepen om 22 miljard Kcal aan vlees te oogsten, zodat zijn activiteiten hem energetisch geen winst opleveren. De grote vogelrijkdom van de Waddenzee ten opzichte van andere zeegebieden is mogelijk door een viertal elkaar versterkende factoren: 1. er is een relatief grote primaire produktie (275 gram organische stof) die nog belangrijk wordt aangevuld met (600 gram) allochthoon geproduceerd materiaal, doordat het gebied door het getij als een fuik voor zwevend materiaal werkt. 2. er is gemiddeld maar één schakel tussen de primaire producenten en de vogels en andere warmbloedigen. Dat is voor op zee een korte, dus efficiënte voedselketen. 3. de door de factoren 1 en 2 grote produktie aan prooidieren bestaat in de Waddenzee voor een groot deel uit voor vogels hanteerbare eenheden. 4. door de geringe diepte van het gebied is de verdunningsfactor voor de per oppervlakte-eenheid aanwezige prooien klein. Dit draagt mede bij tol een relatief geringe onderlinge afstand tussen de prooien, hetgeen economisch foerageren bevordert.