Van Nederlandse zijde werd deelgenomen door de heren mr. T. Lebret, dr. A. C. Perdeck, drs. J. Rooth en C. Swennen. Er werden ruim 20 voordrachten gehouden. Een aantal behandelde de olieverontreiniging. Uiteraard kwam het er op neer dat olie vrijwel altijd een dodelijk gevaar vormt voor watervogels. Zowel Finland, Zweden als Denemarken toonden aan de hand van kaarten aan, dat er de afgelopen 20 jaren eigenlijk geen plaats langs de kust of op de grote binnenwateren is geweest, waar niet één of enkele malen sprake is geweest van oliemisère. Men was het er over eens dat zeer kleine hoeveelheden olie vaak net zoveel slachtoffers maken als grotere rampen. lets dat ook langs onze kust en in de Waddenzee meerdere malen is opgemerkt. De Zweedse kustwacht kwam met een voordracht hoe de signalering en bestrijding van olieverontreiniging in Zweden georganiseerd is. Tot slot gaf zij een demonstratie van materiaal, waaronder een schip, uitgerust met detergentensproeier, een catamaran met een afroom-installatie, een skimmerpomp, drijvende afsluiters, waarmee de olie afgeleid en geconcentreerd kan worden, alsmeoe met verschillende typen verbindingsmateriaal. Ook hier werd het weer duidelijk dat verwijdering van olie van zee een moeilijke zaak is, die een kostbare, goed geoutilleerde organisatie vergt. Voorts dat er eigenlijk niet genoeg kan worden gedaan om olielozingen te voorkomen. G. L. Atkinson-Willes kwam met een interessant rapport over de aantallen en verspreiding van zeeëenden in Noordwest-Europa aan de hand van de internationale midwintertellingen, gedaan in de jaren 1967 – ’73. Helaas ontbraken van vele plaatsen goede telgegevens, zodat van de overwinterende zeeëenden zeer veel minder bekend is dan van de zwemeenden. Uit de discussie bleek, dat men niet goed zag hoe men de gaten in de kennis kan opvullen, daar dit zeer veel geld en manuren van de specialisten zou vergen.

Het Vogeljaar

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Stichting Het Vogeljaar

C. Swennen. (1975). Verslag van het Seaduck Symposium, georganiseerd door het International Waterfowl Research Bureau (IWRB) in juni 1975 te Stockholm. Het Vogeljaar, 23(4), 162–162.