ledere winter ondervinden vogelliefhebbers, dan hier en dan daar, een bittere teleurstelling: tussen de levendige zangvogels op de voerplaats zitten plotseling enkele vogels ’bol’, onverschillig met opgezette verwarde veren. De kenner bemerkt al spoedig dat deze, schijnbaar zo uitzonderlijk tamme, vogels in werkelijkheid erg ziek zijn. Het duurt meestal niet zo lang meer of de eerste dode vogels kunnen worden opgeraapt. Sedert acht jaar kunnen wij bij de vogelbeschermingsobservatiestations met zekerheid voorspellen, dat in de dagen en weken na het eerste alarmerende telefoontje van een vogelliefhebber de telefoon niet meer stil zal staan en dat dagelijks met de post vele kaarten en brieven, maar ook pakjes met zorgvuldig ingepakte dode vogels bij ons zullen binnenkomen. De winter 1973/74 hadden we, hoewel van vogelsterfte nog niets te merken was, uit voorzorg reeds begin januari via de radio een waarschuwing doorgegeven. Twee maanden later was het weer zover: op 4 maart 1974 werden de eerste dode zangvogels, een Goudvink en twee Groenlingen, ingeleverd. Evenals in de zeven voorafgaande winters konden wij twee vermoedens voor de merkwaardige opeenhoping van sterfgevallen direct ontzenuwen. Noch een strenge winter (zoals men weet was de winter 1973/74 zelfs uitzonderlijk zacht), noch overblijfselen van gif in het gebruikelijke handelsvoer, waren schuldig aan deze sterfte. Het ging hier om een besmettelijke door bacteriën veroorzaakte ziekte: de paratyfus of Salmonellose, zoals de wetenschappelijke naam luidt. Salmonellose uit zich in de eerste plaats in een sterke diarree; de dun vloeibare uitwerpselen verkleven dikwijls de veren rondom de cloaca van de vogels. De ernstige verzwakking leidt meestal snel tot de dood. De Salmonella bacteriën kunnen zich blijkbaar in het lichaam van de vogels uitzonderlijk snel vermenigvuldigen. Bij een officiële diagnose van de diergeneeskundige dienst luidde voor een Sijsje de tekst kort en bondig: een reincultuur van Salmonella.

Het Vogeljaar

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Stichting Het Vogeljaar

E. Bezzel. (1975). Wat te doen, om zangvogels voor de beruchte salmonella-epidemie te behoeden? Alleen wintervoeder!ng met overleg: de dood loert bij de voedertafel. Het Vogeljaar, 23(6), 253–257.