Twee prominente auteurs vonden elkaar bij de samenstelling van een boek over de Galapagoseilanden, die zich zo zeer in de publieke belangstelling mogen verheugen. Ze zijn bekend geworden door de verhalen van zeevaarders, maar vooral door Charles Darwin. De auteurs hebben het belangrijkste deel van de inhoud aan de bijzondere dierenwereld van deze lava-eilanden gewijd, waarvan natuurlijk veel ruimte (pag. 81 – 134) aan de vogels is besteed. Andere hoofdstukken behandelen onder meer oorsprong, ontdekking, bewoners, benaming, ligging en klimaat, intocht van planten en dieren, zoogdieren, faunavervalsing, reptielen, vissen, schaaldieren, insekten, weekdieren en zeezoogdieren, plantengroei, Darwin en toerisme. Wat betreft dit toerisme zullen we hepen dat dit laatste paradijs op aarde hier geen nadelige gevolgen van zal ondervinden! Als wij het hoofdstuk over de vogels nader bekijken vinden wij vele tientallen interessante vogelsoorten vermeld en beschreven. Van sommige soorten wordt alleen de Engelse naam genoemd, van andere soorten alleen een Latijnse naam. Dat is jammer, want alleen Nederlandse benamingen in de tekst en een toegevoegde index met de Latijnse en Engelse benamingen voor de behandelde soorten zou wat minder verwarring hebben gewekt. De 70 zwart-wit foto’s en de 20 kleurenopnamen zijn grotendeels van de auteurs, waarvan wederom een belangrijk deel aan de vogels is gewijd. Er wordt met kennis van zaken gesproken en men treft talloze interessante wetenswaardigheden in de tekst aan. Het is een boek geworden dat voor iedereen, die over deze veelbesproken archipel wat meer wil weten, een goede leidraad is.