In verschillende publikaties zijn waarderingssystemen voor natuurgebieden uitgewerkt. Een voorbeeld daarvan is te vinden in ’De kleuren van Zuidwest-Nederland’ (Contact-Commissie 1972). Hierin worden bepaalde facetten eerst afzonderlijk en vervolgens te zamen gewaardeerd. In het artikel dat hier volgt is een gebiedswaardering gegeven op grond van het voorkomen van ganzen. Andere biologische en landschappelijke waarden blijven buiten beschouwing. De benadering is dus éénzijdig. Later onderzoek zou het beeld vollediger kunnen maken. Het voorkomen van ganzen lijkt echter belangrijk genoeg om daarmee een uitspraak te doen over een bepaald gebied. Voor het waarderen van ganzenpleisterplaatsen is hier een eenvoudige methode uitgewerkt, die berust op een voorstel van Szijj (1972). Deze auteur geeft 7 criteria waarmee het internationale belang van watervogelgebieden kan worden bepaald. Vooral het hier volgende criterium is bruikbaar voor ons doel: ’Het gebied is van internationaal belang, als er van één of meer watervogels, meer dan 1% van de populatie voorkomt’. Enige eerdere pogingen werden op stencil aan verschillende personen toegezonden. Ik dank de heren E. Kuyken, T. Lebret, R. Meyer en J. van der Straaten voor hun waardevolle opmerkingen.